"We moeten de woonsituatie van oudere huurders in de stad verbeteren"

Wonen
ouderen stad

Wat is de woonsituatie van oudere huurders in de stad? Zijn de woningen en de woonomgeving toegankelijk? Hoe denken ouderen zelf over hun woning? Omdat er nog weinig antwoorden zijn op die vragen, besloten KU Leuven onderzoekers Emma Volckaert en Pascal De Decker om dit onder de loep te nemen. Hiervoor gingen ze in gesprek met sociale en private huurders in de stad Gent. 

‘Woonsituatie en -dynamieken bij ouderen: een kwalitatieve studie naar de woonperspectieven van oudere huurders in de stad.’ Dat is de volledige titel van het onderzoek dat Emma Volckaert en Pascal De Decker uitvoerden. Ze gingen hiervoor in gesprek met oudere huurders. In totaal vonden er 32 interviews plaats: 17 met private en 15 met sociale huurders. De respondenten zijn 60-plussers die een woning huren in Gent en een (relatief) kwetsbaar, financieel profiel hebben.  

Ontoegankelijkheid van de woning 

Uit het onderzoek blijkt dat de meerderheid van de respondenten drempels had in de woning. Het gaat om drempels zoals een opstap naar het terras of een marmeren steen die in de deuropening tussen twee ruimtes ligt. Die obstakels vormen voor de respondenten een risico om te vallen en zich verplaatsen in de woning is daardoor soms een opgave.  

Naast drempels, zijn ook trappen soms een probleem in de woning. Niet elk appartementsgebouw heeft een lift, andere gebouwen hebben dan weer een lift die ontoegankelijk is voor de bewoners. Treden aan de inkomhal zorgen ervoor dat bewoners eerst enkele trappen moeten doen, vooraleer ze de lift kunnen nemen. Bovendien zijn de liften vaak defect: op die momenten kunnen minder mobiele ouderen dus niet zelfstandig naar buiten. En wat met liften die niet rolstoeltoegankelijk zijn?  

Ook de toegankelijkheid van de badkamer vormt vaak een probleem. Wie een woning huurt, is afhankelijk van de eigenaar van de woning. Als de eigenaar geen toestemming geeft om het bad te vervangen door een toegankelijke douche, wordt het voor de huurder risicovol om de badkamer te gebruiken. Slechts enkele respondenten hebben een badkamer die aangepast is aan hun noden en behoeften. 

Een (te) kleine woning 

Terwijl slechts een minderheid van de ouderen tevreden is met de grootte van de woning, vindt een kleine meerderheid van de respondenten zijn woning te klein. Extra slaapkamers in de woning worden daardoor soms ingericht als berging, bureau, bijkeuken of zelfs een uitbreiding van de slaapkamer. Een aantal ouderen wil de tweede slaapkamer dan weer als logeerkamer houden, want de mogelijkheid om de (klein)kinderen een slaapplaats aan te bieden is voor velen belangrijk. Een klein aantal deelnemers aan het onderzoek vindt echter dat hun woning te klein is om de hele familie te ontvangen. Een (te) kleine woning heeft dus een negatief effect op sociaal contact. 

Smalle doorgangen zorgen ervoor dat bewoners niet kunnen passeren met een rollator, hoewel sommigen er ook op wijzen dat smalle doorgangen hen beletten om te vallen. Er is namelijk altijd wel iets binnen handbereik om op te steunen, zoals de leuning van een zetel of een kast. Toch zijn bepaalde ruimtes, zoals de keuken of de badkamer vaak te klein. “Alle woningen zouden aanpasbaar of aangepast moeten zijn, ongeacht waar de woning gelegen is en wie de woning verhuurt”, vindt professor De Decker. “Mocht er een besluit komen dat dit opneemt, dan is dat probleem al grotendeels opgelost. Veel woningen en appartementen die nu gebouwd worden, zijn niet aangepast aan de noden van ouderen. Een verordening zorgt ervoor dat aannemers en architecten verplicht rekening moeten houden met toegankelijkheid.” 

"Alle woningen zouden aanpasbaar of aangepast moeten zijn, ongeacht waar de woning gelegen is en wie de woning verhuurt."

Professor De Decker, KU Leuven

Betaalbaarheid van de woning 

“Dat een alleenstaande oudere met een laag pensioen ’s nachts moet werken als wc-dame? Dat vind ik hallucinant”, vertelt De Decker. “Maar enkele deelnemers aan ons onderzoek hebben helaas geen keuze. Zij zijn genoodzaakt om extra bij te klussen, anders kunnen ze de woonkosten niet betalen.”  

Dat een alleenstaande oudere met een laag pensioen ’s nachts moet werken als wc-dame? Dat vind ik hallucinant.

Professor De Decker, KU Leuven

De meeste ouderen kiezen voor vrijwilligerswerk, en die vrijwilligersvergoeding is essentieel om de uitgaven te dekken. Hier is er wel een belangrijk verschil tussen de huurprijs op de private en de sociale markt. Waar bij private woningen de markt speelt, is de sociale huur gekoppeld aan het inkomen. Hierdoor zijn de huurprijzen op de sociale huurmarkt lager.  

Verplaatsen van en naar winkels 

Slechts drie respondenten kunnen hun auto moeilijk missen. Anderen maken vooral gebruik van het openbaar vervoer of taxicheques. Ook vrijwilligersvervoer, georganiseerd vanuit het lokaal dienstencentrum, is een handige manier voor ouderen om zich te verplaatsen. Een kleine minderheid wordt gevoerd door de kinderen. En sommigen doen een beroep op vrijwilligers om samen te gaan winkelen. Ouderen die in goede gezondheid zijn, wandelen ook vaak. Sommigen doen zelfs alles te voet.  

Een ruime meerderheid van de deelnemers is tevreden over het openbaar vervoer in de buurt en vindt het een betrouwbaar vervoersmiddel. Maar omdat sommige ouderen niet in staat zijn om zich te voet naar de bushalte te verplaatsen, of van de bushalte naar hun uiteindelijke bestemming, is het gebruik ervan niet voor iedereen zonder problemen. Daarnaast zijn de toegankelijke winkels in de binnenstad volgens velen te duur of ze verkopen niet de gewenste producten. De supermarkten of winkels die wel aan hun behoeften voldoen, zijn dan weer niet voor iedereen bereikbaar. 

Informele en formele zorg 

Een ruime meerderheid van de deelnemers ziet de kinderen af en toe. Ongeveer de helft daarvan krijgt enkel bezoek van de kinderen, de andere helft krijgt ook lichte zorg. Dat kan gaan van hulp bij de boodschappen tot het beheren van de financiën en het doen van kleine herstellingen in huis. Twee elementen die het bezoek van de kinderen en de eventuele hulp grotendeels bepalen, zijn de nabijheid en de bereikbaarheid van de woning van de oudere. “De stad Gent heeft een mobiliteitsplan ingevoerd”, vertelt De Decker. “Hierdoor is het moeilijker voor bezoekers om de stad te betreden. Maar ook ouderen die aan de rand van Gent wonen, gaan door het mobiliteitsplan niet meer naar de binnenstad.” 

Een kleine helft van de deelnemende ouderen krijgt formele hulp, zoals maaltijden aan huis, hulp bij de boodschappen, poetshulp en verpleegkundige hulp. Voor sommigen is die formele zorg niet enkel functioneel belangrijk, ook het sociale aspect doet hen goed. Enkelen geven aan dat formele zorg te duur is, waardoor ze geen hulp inroepen van een poetsvrouw of verpleegkundige. “Ervan uitgaan dat ouderen voor alle zorg en ondersteuning kunnen rekenen op informele hulp, is behoorlijk naïef”, vindt De Decker. “Buren of mensen uit de buurt kunnen wel eens een boodschap doen voor een oudere, maar kunnen niet de zorg verlenen zoals primaire zorgverstrekkers.” 

Buren of mensen uit de buurt kunnen wel eens een boodschap doen voor een oudere, maar kunnen niet de zorg verlenen zoals primaire zorgverstrekkers.

Professor De Decker, KU Leuven

Drie aandachtspunten 

Om de woonsituatie van oudere huurders in de stad te verbeteren in de toekomst, zijn er drie zaken die aandacht verdienen. “Eerst en vooral is er een verordening nodig die toegankelijke woningen garandeert”, vertelt De Decker. “Bouwvergunningen zouden enkel nog goedgekeurd mogen worden, als de woning aangepast is.”  

“Als tweede moet men ook afstappen van het idee dat veel ouderen informele zorg krijgen”, vervolgt De Decker. “Buren kunnen kleine kusjes doen, maar ze kunnen geen professional vervangen. "

"En het derde punt dat aandacht verdient, zijn de prijzen van de woningen. Er is een verschil tussen mensen die ervoor kiezen om bij te klussen en mensen die genoodzaakt zijn om bij te klussen omdat ze anders de huur niet kunnen betalen. Als er op die drie aandachtspunten antwoorden worden geboden door het beleid, zal dat voor ouderen een groot verschil maken.”