Lokaal samenwerken in zorgzame buurten

Welzijn & Sociaal contact
Zorgzame buurten: © Layla Aerts

© Layla Aerts

Zowel vanuit de Vlaamse overheid als bij lokale besturen, het verenigingsleven en individuele burgers groeit er heel wat enthousiasme voor buurtgerichte zorg en zorgzame buurten. Zo lanceerde Minister Beke in juni 2021 nog een projectoproep voor 100 zorgzame buurten. Ook het Fonds Dr. Daniël De Coninck ondersteunde de afgelopen twee jaar 35 projecten. Het onderzoeksteam Agogische Wetenschappen van de VUB nam deze projecten onder de loep en ging na wat de ervaren meerwaarden en succesfactoren waren. Een zorgzame buurt ontstaat immers niet vanzelf. 

De 35 zorgzame buurten waren heel verschillend in opzet, doelstelling, doelgroep en methodiek. Hoewel de projecten zeer divers zijn, zijn er een aantal raakvlakken die de projecten verbinden tot ‘zorgzame buurten’. De focus van de 35 zorgzame buurten ligt op het faciliteren van ontmoeting en verbinding in de buurt, het versterken van buurtbewoners in het algemeen of bepaalde groepen in het bijzonder. 23 projecten richten zich op ouderen, 19 projecten werkten vooral met mensen in armoede, 15 projecten richten zich op families en gezinnen. Ook mensen van buitenlandse origine en het bredere publiek waren veel vernoemde doelgroepen.

Meerwaarden van zorgzame buurten

De projecten halen verschillende meerwaarden aan van zorgzame buurten, zoals de kans voor buurtbewoners om elkaar te ontmoeten en sociale cohesie te versterken. Projecten vertellen dat mensen vaker ‘hallo’ zeggen tegen elkaar, er ontstonden nieuwe vriendschaps- of zelfs liefdesrelaties, er was minder eenzaamheid, en buren- of familieruzies werden bijgelegd. Geen zorgzame buurt zonder een warme buurt.

Volgende quote komt uit het project ‘Iedereen Kerstman en Kerst voor iedereen’ van Oranje vzw in de Brugse buurt Annabil. Ze zochten lokale kerstmannen en -vrouwen op die iets wilden betekenen voor anderen: “En toevallig, een week of twee geleden (begin september) was ik in gesprek met de buurtagent. Die zei: ik ben bij iemand binnen geweest, en dat kaartje lag er nog altijd. Dat was eigenlijk ook het enige kaartje van kerst dat ze gekregen had.”

Een tweede meerwaarde is het domino-effect van ontmoeten naar zorgzaamheid: bij sommige projecten is het ontmoeten een katalysator voor andere (kleinschalige) zorgzame initiatieven.

Zo is er het project ‘Cultuursensitieve zorg in Tuinwijk Beringen’ vanuit vzw IN-Z, dat via huisbezoeken en activiteiten ouderen met een migratieachtergrond bereikt, en hen ontmoetingskansen en cultuursensitieve zorg biedt. Nadien gingen ouderen zelf, zonder tussenkomst van de organisatie, gaandeweg meer en meer zelf het initiatief nemen om af te spreken en elkaar te helpen waar nodig “... Want ook als er iemand ziek was, dat was dadelijk van ‘oh, wij gaan kijken’. Je merkt inderdaad dat die nu zo een vaste kliek zijn geworden. Als ze ergens naartoe gaan ‘oh ik kom u halen’, en ‘kom maar mee’, en ‘ik pak u mee’ en zo.”

Projecten leiden ook tot een beter gevoel van levenskwaliteit en welbevinden. Dat is een breed begrip en soms moeilijk te meten. Maar er waren heel wat verhalen over meer zin in het leven, gevoelens van plezier, geluk, appreciatie, genieten van het leven, een gevoel van eigenaarschap en meer sociale inclusie.

Zo noemen ze de open moestuin van het project Grondig Anders Zorgen in Lichtervelde bijvoorbeeld “een plek waar groenten en mensen groeien” en waar we deze quote oppikten: “Mensen konden ook echt zeggen van: weet je, we worden gelukkig van wat we doen, en vooral, we doen dingen.”

Tot slot dragen projecten bij aan een positievere beeldvorming over de deelnemers, betrokken organisaties en de wijk. Vele projecten kijken niet zozeer naar wat mensen niet kunnen, nodig hebben, of waar de problemen zijn, maar vertrekken vanuit de sterktes van mensen.

De klassieke indeling zorggever versus afhankelijke zorgvrager is er veel minder. Iedereen werkt samen aan een zorgzame buurt, en iedereen brengt iets in. Zoals duidelijk wordt in deze quote: “Ik heb een foto mee waar ik een nieuwe persoon iets aan het leren ben, die nooit iets in de tuin gedaan heeft. Ik was 86, en die persoon was 82. Is dat niet mooi dat we dat nog ‘jonge mensen’ mogen aanleren?”

Een zorgzame buurt ontstaat niet vanzelf: enkele succesfactoren

Om zorgzame buurten en projecten tot stand te brengen, is participatie een rode draad. Participatie niet als instrument, maar als uitgangspunt. Niet enkel bij de uitvoering van het project, maar bij de vormgeving, het bepalen van de behoeften, de doelstellingen, de beoogde impact en bij de werkwijze. Hoewel het de nodige tijd en energie vergt om hiermee aan de slag te gaan, zorgt cocreatie voor meer gedragen oplossingen voor bepaalde moeilijkheden in de buurt en een betere betrokkenheid bij het project, omdat deelnemers -of eerder ‘deelhebbers’ - meer inspraak krijgen, er naar hen geluisterd wordt en zij eigenlijk in de cockpit van het project zitten.

Ook het anders professioneel handelen, namelijk zorg- en welzijnswerkers als zorgversterkers in plaats van zorgverstrekkers, blijkt een succes. Zij faciliteren en coachen in plaats van organiseren, maken persoonlijk contact en zijn aanwezig, spelen flexibel in op de actualiteit, zijn geëngageerd en enthousiast, hebben een grondige kennis van de werkcontext en ondersteunen, motiveren en waarderen vrijwilligers.

Vanuit de basisidee ‘het is de buurt die het best weet wat er nodig is’, worden de sterktes en capaciteiten van zorgzame buurten in kaart gebracht, in dialoog tussen bewoners, gebruikers, mensen met beslissingsmacht en experts. Veel meer dan vroeger zetten de projecten hard in op capaciteiten en talenten van buurtbewoners in plaats van problemen, noden en tekorten. Zorgzame buurten zijn warm, veerkrachtig en positief. Ook iets voor jouw gemeente?

Benieuwd naar meer?

Lees het volledige rapport en een overzicht van de projecten via de website van de Koning Boudewijnstichting.

Auteurs: Liesbeth De Donder, Sylvia Hoens, Hannelore Stegen, Octavia Kint, An-Sofie Smetcoren