"Het belang van mobiliteit voor ouderen is niet te onderschatten"

Mobiliteit & toegankelijkheid
Vrouw en hond wachten op de lijnbus

Roger Oeyen (73 jaar) is gebeten door mobiliteit. Na een professionele carrière in de transportsector, laat hij het thema ook na zijn pensioen niet los. Als ervaringsdeskundige vertegenwoordigt hij de Interregionale Stuurgroep Ouderenbeleidsparticipatie, kortweg ISO, Antwerpen in de commissie wonen, mobiliteit en veiligheid van de Vlaamse Ouderenraad. We gingen met hem in gesprek over het belang van mobiliteit voor ouderen.

”De Lijn en ouderen, dat klikt niet.”



Maak je zelf vaak gebruik van het openbaar vervoer?

Zo veel mogelijk. Als de bushalte wat verder is, neem ik soms wel de auto tot aan de halte. Maar in feite raak ik met de bus en de trein overal waar ik moet zijn. Je moet er natuurlijk wel bijnemen dat de bus af en toe eens niet komt, of dat je veel te laat opgepikt wordt, waardoor je je verbinding mist.

Zijn verplaatsingen met het openbaar vervoer voor alle ouderen zo vanzelfsprekend?

Nee. Ik merk dat oudere mensen schrik hebben van het openbaar vervoer. Zeker de lijnbussen hebben een bijzonder slechte reputatie. Het eerste probleem is op die bus raken. De haltes zijn niet aangepast, de bussen evenmin. Personen die minder mobiel zijn, bijvoorbeeld ouderen die een stok of looprek nodig hebben, zijn bang dat ze niet vlot zullen kunnen opstappen. Als dat toch lukt, zet de bus al snel in volle vaart aan, waardoor die mensen de hele bus door donderen. Een tweede probleem is het ticketsysteem. Dat systeem is niet gebruiksvriendelijk voor ouderen. Een digitaal ticket kopen via een smartphone is voor velen geen optie. Terwijl de prijs van de fysieke kaartjes alsmaar stijgt. Ten slotte is er onvoldoende vervoersaanbod, dat bovendien ondoordacht georganiseerd is. Neem nu Heist-op-den-Berg, de gemeente waar ik woon. Die gemeente wordt in twee gesplitst door een expresweg. De ene helft kan rekenen op vlot openbaar vervoer, in de andere helft zijn er amper busverbindingen.

En de belbus, kan die niet tegemoet komen aan een deel van de problemen?

Het belbussysteem is armzalig. Niet alleen is er onvoldoende aanbod. Het grootste probleem is dat je de ritjes met die bussen ruime tijd op voorhand moet aanvragen, terwijl er heel wat situaties zijn waarbij het lastig is om exact in te schatten wanneer je terug huiswaarts zal kunnen keren. Denk aan onderzoeken in het ziekenhuis. Soms kun je meteen bij de dokter terecht, maar vaak moet je even wachten. De Lijn en ouderen, dat klikt gewoonweg niet. Minder Mobielen Centrales proberen dat wel op te vangen, maar doordat zij rekenen op de inzet van vrijwilligers is ook hun aanbod beperkt. Bovendien komt maar een beperkte groep ouderen in aanmerking voor die dienstverlening.

“Basisbereikbaarheid is een lege doos.”

Denk je dat de omslag van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid oplossingen biedt?

Ik denk het niet. Basisbereikbaarheid is in feite een lege doos. Vervoerregio’s mogen wel experimenteren met het aanvullend net en vervoer op maat, maar het budget dat ze daarvoor krijgen blijft hetzelfde als vroeger. Dat budget is in de loop der jaren al zodanig geslonken, dat er voortdurend harde keuzes gemaakt moeten worden. Een nieuwe busverbinding inleggen betekent bijna automatisch dat een bestaande verbinding moet sneuvelen. Als je iets extra wil, dan moet je snoeien in het heel noodzakelijke aanbod dat er vandaag nog over is. Het lijkt mij duidelijk dat De Lijn zich in de toekomst steeds meer zal terugplooien op het kernnet. Maar de reizigers moeten wel op de grote vervoersassen raken. Om aan die vervoersnoden te beantwoorden zullen de gemeenten zelf moeten investeren in het aanvullend net en het vervoer op maat. De grote steden kunnen hier wellicht budget voor vrij maken, maar voor kleinere gemeenten is dit moeilijker. Zij zullen afgesneden worden. Dit werkt vervoersarmoede bij ouderen in de hand, met alle gevolgen van dien.

Een nieuwe busverbinding inleggen betekent bijna automatisch dat een bestaande verbinding moet sneuvelen. Als je iets extra wil, dan moet je snoeien in het heel noodzakelijke aanbod dat er vandaag nog over is.

Kunnen ouderen die mobiliteitskeuzes van de beleidsmakers beïnvloeden?

We doen ons best, maar het is niet eenvoudig. Ik zit in de werkgroep mobiliteit van de lokale ouderenraad in Heist-op-den-Berg. Wij komen zo’n 5 keer per jaar samen en werkelijk alle mobiliteitsproblemen komen dan aan bod. Maar om je bedenkingen en ideeën in de gemeente of bij De Lijn op de juiste tafel te krijgen, moet je de juiste mensen kennen. Dat blijft ook met de invoering van basisbereikbaarheid zo. Als je op de hoogte wil blijven van de laatste ontwikkelingen heb je informele contacten binnen de vervoerregio nodig. Niet elke vervoerregio staat immers te springen om voorlopige plannen spontaan te delen met het grote publiek. Wij proberen de vinger aan de pols te houden en signaleren mobiliteitsproblemen in onze gemeente bij de technische werkgroep van de vervoerregio. We informeren ons regelmatig en blijven op dezelfde spijkers kloppen. Zo proberen we zaken in beweging te krijgen. Maar of die aanpak ook voor andere lokale ouderenraden een optie is, dat weet ik niet. Als lokale ouderenraad moet je al weten dat die technische werkgroep bestaat én bovendien heb je een netwerk nodig dat je een toegangspoort biedt.

Met andere mobiliteitsbewegingen en actiegroepen hebben we al geprobeerd om op alternatieve manieren impact te hebben. Eens samen met de schepen de bus nemen bijvoorbeeld. Zo kon hij zelf ervaren hoe moeilijk het is om van punt A naar punt B te raken. En als ‘ambassadeur openbaar vervoer’, ging ik het gebruik van het openbaar vervoer zelf promoten bij ouderen. Dan beantwoorde ik vragen als ‘hoe moet ik een halte zoeken?’ en ‘hoe kan ik een ticket kopen met mijn gsm?’ We namen ook samen de bus, om hen echt te laten wennen aan het openbaar vervoer. Zo’n initiatieven zijn vandaag nog steeds nodig.

Ouderen moeten dus vooral zelf het initiatief nemen? Is dat ook zo bij het opstellen van de nieuwe vervoersplannen in het kader van de omslag naar basisbereikbaarheid?

Er worden wel participatiemomenten georganiseerd, maar ik heb de indruk dat men het middenveld niet als een belangrijke partner ziet. Als vertegenwoordiger van ouderenvereniging Okra was ik betrokken bij het participatietraject van het proefproject in regio Mechelen. Eerst mochten we advies geven bij de inplanting van het aanvullend net, maar we mochten de plannen voor het kernnet niet inkijken. Zo konden we natuurlijk onmogelijk bruikbaar advies geven. De gesprekken over het vervoer op maat gingen niet veel beter, daar konden we enkel heel algemene aandachtspunten inbrengen zoals de noodzaak aan transparante tarieven. Een gemiste kans. Zeker omdat burgers al meermaals bewezen hebben dat ze wel degelijk mobiliteitsknopen kunnen ontwarren. De oplossing voor de ring van Antwerpen bijvoorbeeld, zonder burgerinitiatief was de politiek nu nog volop aan het discussiëren.

“Mobiliteit moet altijd een prioriteit zijn.”



Hoe belangrijk is het openbaar vervoer voor ouderen?

Dat kan niet onderschat worden. Iedereen heeft de mond vol van de strijd tegen eenzaamheid en sociaal isolement. Maar als je mensen de mogelijkheid ontzegt om zelf op stap te gaan, om hun eigen vervoer te regelen, sluit je hen bij voorbaat uit. Niet iedereen kan of wil telkens beroep doen op zijn kinderen of kleinkinderen. De kleinste verandering kan trouwens een grote impact hebben op de mobiliteit van ouderen. De beslissing om een handelscentrum volledig verkeersvrij te maken en daarom een buslijn een paar honderd meter te verleggen, kan betekenen dat zelf boodschappen doen niet langer mogelijk is. Voor een vitaal persoon is die paar honderd meter te voet overbruggen geen probleem, voor een oudere met een beperkte mobiliteit kan het een onoverkomelijke drempel zijn.

Voor lokale ouderenraden moet mobiliteit dan ook altijd een prioriteit zijn. Dat gaat van losliggende stoeptegels tot de impact van gewijzigde mobiliteitsplannen. Mobiliteit bepaalt immers voor een groot deel je mogelijkheden om te participeren aan het dagelijks leven.

Mobiliteit bepaalt immers voor een groot deel je mogelijkheden om te participeren aan het dagelijks leven.

Je hebt goed zicht op mobliteitsproblemen. Welke oplossingen zijn er volgens jou?

In andere Europese landen vind je inspirerende voorbeelden. Luxemburg wordt vaak aangehaald. Daar is het openbaar vervoer gratis voor iedereen. Nu, dat hoeft voor mij niet per se. Ik wil gerust betalen voor mijn ritten, maar dan moet er wel een degelijk aanbod zijn. In Scandinavische landen zie je niemand achter de bus lopen. Waarom zouden ze? Binnen 10 minuten komt de volgende bus. Als je het in België niet op een lopen zet, riskeer je uren in de kou te moeten blijven staan. Als ik in de Koningin Elisabethzaal ga luisteren naar een concert, moet ik middenin een symfonie weglopen omdat ik de laatste trein moet halen.

Het komt er simpelweg op neer dat we een beter en meer toereikend aanbod nodig hebben. Het standaard antwoord is dat hier geen geld voor is. Als er andere beleidskeuzes gemaakt zouden worden, zou dat geld er wel kunnen zijn.

Heb je toekomstdromen op het vlak van mobiliteit?

We moeten ons in de eerste plaats bezighouden met de mobiliteitsproblemen van vandaag. Experimenteren met elektrische bussen, proefritjes met zelfrijdende bussen, … is natuurlijk spannend en vernieuwend. Maar in werkelijkheid zal dat de eerste 15 jaar niet in de praktijk realiseerbaar zijn. Ik hoop vooral dat er bij stadsontwikkeling en bij de inplanting van grote bouwprojecten als evenementhallen, ziekenhuizen, cinema’s en ijsbanen meer en vroeger rekening gehouden zal worden met mobiliteit. Degelijke mobiliteitsplannen zijn tenslotte noodzakelijk om die projecten te ontsluiten. Daarbovenop komt dat de buurtbewoners al vanaf de start bij de plannen betrokken moeten worden. Nu wordt er in Vlaanderen pas op het laatste moment aandacht besteedt aan mobiliteit. Dat leidt onvermijdelijk tot ondoordachte plannen.

 

Lien Pots & Justine Rooze - Stafmedewerkers Vlaamse Ouderenraad

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van het Netwerk Duurzame Mobiliteit.

Reacties

'...middenin een symfonie weglopen... De organisatoren van evenementen zouden ook hun steentje kunnen bijdragen en niet alles om 20 u. of nog later programmeren.

Roland Rotsaert - 14 februari 2020 | 17:35

Plaats een reactie

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.