Terugblik: Aan de slag met het thema wonen

Wonen
Labo Wonen

Al enkele jaren slaat Vlaamse Ouderenraad · Lokaal de handen in elkaar met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Vrije Universiteit Brussel (VUB). Samen organiseren we Labo’s, en daarin staat uitwisseling centraal tussen leden van ouderenraden, ambtenaren en schepenen ouderenbeleid. Want dat zijn tenslotte drie cruciale partners voor een sterk lokaal ouderenbeleid.  

Het thema van deze editie? Wonen. In dit artikel lees je hoe hard dit thema leeft bij de aanwezigen, en je krijgt ook enkele tips & tricks om zelf met dit thema aan de slag te gaan binnen je ouderenraad of lokaal bestuur.  

Je eigen woning is belangrijk 

Een twintigtal leden van ouderenraden, ambtenaren en schepenen ouderenbeleid zakken in april af naar het Monasterium in Gent, om opnieuw een Labo ouderenbeleid bij te wonen. En wanneer iedereen een plekje heeft gekozen, valt VUB-onderzoekster An-Sofie Smetcoren meteen met de deur in huis. “Wisten jullie dat de meeste mensen tussen de 60% en de 70% van hun tijd doorbrengen in hun woning? En bij de 65-plussers stijgt dat zelfs naar 80%. Bovendien woont in Europa 9 op 10 ouderen zelfstandig thuis.” En met die uitspraak is de toon van het Labo meteen gezet. Onze woning? Die is belangrijk.  

Inspirerende woonprojecten 

Dat de aanwezigen al nagedacht hebben over zelfstandig thuis wonen, bewijst het feit dat verschillende lokale besturen en ouderenraden al wat ondernomen hebben rond dit thema. Zo heeft Gent een woonproject lopen: Gent knapt op. “Bij dat project krijgen mensen die in een onaangepaste woning wonen, de kans om hun woning te renoveren met een budget van de stad”, legt Doris Curio, ondervoorzitster van de Gentse ouderenraad uit. “Het geleende budget betalen ze pas terug, wanneer hun woning wordt verkocht. Energetische renovaties zijn prioritair. En mensen worden ook ontzorgd: ze krijgen bijvoorbeeld hulp en advies van een renovatiebegeleider.” 

Ook in Zwalm, Mol en Merelbeke werd er al over de woningen van ouderen nagedacht: “In Zwalm komt er een project waarbij er een nieuw woonzorgcentrum zal worden gebouwd, vlakbij sociale woningen, gezinswoningen en scholen”, vertelt Georges van Lierde, lid van de seniorenadviesraad Zwalm. “Zo zal er een intergenerationele mix van bewoners zijn. Het enige minpunt? De seniorenraad in Zwalm is niet om advies gevraagd bij het uitdenken van de plannen.” 

“De Werkgroep Wonen van de seniorenraad Mol heeft ervoor geijverd om betaalbare en aangepaste woningen voor senioren te bouwen in het centrum van de gemeente, vlakbij alle basisvoorzieningen. Ondertussen zijn er al 40 woningen gerealiseerd”, vertelt voorzitter Jef Van Hecken. 

Martine Cassan, voorzitter seniorenraad Merelbeke: “Ook in onze gemeente hebben we een woonproject lopen. We willen op vrije stukken grond betaalbare en toegankelijke appartementen bouwen, omringd door groen. Daarbij hebben we oog voor inclusie: de appartementen zullen ook toegankelijk zijn voor mensen met een handicap. En er komen ook sociale woningen.” 

"Soms adviseren we ook om te verhuizen. Bijvoorbeeld naar een assistentiewoning, een mobiele mantelzorgwoning of een zorgwoning. Want een thuis hoeft niet per se de huidige woning te zijn."

Ciel Brackenier, ergotherapeut

Advies aan huis 

Bovenstaande voorbeelden bewijzen dat zowel de lokale ouderenraad als het lokaal bestuur van de gemeente een belangrijke rol spelen als het gaat over het thema wonen. Beide partijen kunnen de woonsituatie van ouderen optimaliseren. Want een niet-aangepaste woning, kan nadelige gevolgen hebben voor ouderen. Dat beseffen ook ergotherapeuten Ciel Brackenier uit Gent, en seniorenconsulente Elien Goossens uit Waasmunster.  

“De ergotherapeuten van de stad gaan langs bij mensen thuis en geven woonadvies”, vertelt Brackenier. “Wat moeten mensen veranderen als ze thuis willen blijven wonen? Soms adviseren we ook om te verhuizen. Bijvoorbeeld naar een assistentiewoning, een mobiele mantelzorgwoning of een zorgwoning. Want een thuis hoeft niet per se de huidige woning te zijn waar mensen wonen. We ontzorgen mensen ook: als we mensen adviseren om renovaties uit te voeren, dan volgen we die renovaties mee op en begeleiden we dat proces.” 

Ook Goossens doet huisbezoeken bij alle 80-jarigen in de gemeente. “Waasmunster is een uitgestrekte gemeente. Mensen die niet met de auto rijden, verliezen hun vrijheid. Niet iedereen kan rekenen op de hulp van kinderen, en het betalen van thuiszorgdiensten is voor velen moeilijk. Die bezoeken aan huis vind ik dan ook erg waardevol.” 

Ouderen kijken op tegen verhuizen 

En die initiatieven die ouderenraden, steden en gemeenten ondernemen, blijken belangrijk. Want België heeft een lage verhuisgraad, weet Smetcoren. “Hoe ouder men wordt, hoe minder men bereid is om te verhuizen. Vooral mensen die ouder dan 80 jaar zijn, staan minder open om nog woningaanpassingen te doen of om te verhuizen.”  

“Hoe ouder men wordt, hoe minder men bereid is om te verhuizen."

An-Sofie Smetcoren, onderzoekster

Waarom ouderen er zo tegenop zien om te verhuizen? “Ze moeten hun huidige woning dan leegmaken. Of ze kennen de opties in de buurt niet”, legt Smetcoren uit. “Bovendien is een thuis een betekenisvolle plek voor mensen. Daarom blijven ze graag lange tijd in hun woning wonen. Ouderen krijgen soms ook te maken met verlieservaringen. Bijvoorbeeld het overlijden van hun partner. Of het afnemen van hun mobiliteit. Hun thuis is dan hun houvast.”  

Bovendien zijn er ouderen die niet weten dat er een waaier aan woonvormen bestaat tussen zelfstandig wonen en het woonzorgcentrum. “Maar de vraag stijgt wel”, knikt Smetcoren. “Ouderen zijn benieuwd naar alternatieve vormen van wonen. Bijvoorbeeld kleinschalige collectieve woonvormen, zoals een cohousinginitiatief. En er bestaan ook alternatieven zoals kangoeroewonen en zorgwonen.” 

Maar het alternatieve woonaanbod is vandaag nog beperkt. “Steden en gemeenten zijn niet altijd gemotiveerd om zulke alternatieven uit te proberen”, weet Smetcoren. “Omdat de huidige regelgeving die alternatieven bijvoorbeeld niet altijd makkelijk realiseerbaar maakt.”  

“Ouderen zijn benieuwd naar alternatieve vormen van wonen."

An-Sofie Smetcoren, onderzoekster

Drempels en obstakels  

En op die drempels botsten ook enkele deelnemers van het Labo. Bijvoorbeeld Jef Van Hecken, voorzitter seniorenraad Mol: “Zowel de regelgeving als het financiële plaatje zorgen soms voor obstakels. Sommige inwoners willen van hun eengezinswoning een kangoeroewoning maken, maar botsen op problemen. En ik ben mij ervan bewust dat de overheid aan het nadenken is over regels, maar die regels komen te laat voor ouderen die nu zulke verbouwingen willen uitvoeren.” 

“Zowel de regelgeving als het financiële plaatje zorgen soms voor obstakels."

Jef Van Hecken, voorzitter seniorenraad Mol

“Ik wil dat de Vlaamse overheid, het lokaal bestuur en de inwoners meer met elkaar in gesprek gaan.  Volgens mij doet de overheid wel veel, maar doordat er geen communicatie is, weten wij niet waar beleidsmakers op aan het inzetten zijn”, besluit Didier Baert, commissielid bij de Vlaamse Ouderenraad. 

Zelf aan de slag met het thema wonen? Deze drie tips uit het Labo helpen je op weg 

Niet alle huiseigenaars hebben middelen om hun woning te renoveren. En het renoveren van een woning brengt veel vragen met zich mee. Gelukkig bestaan er woningscreentools en -instrumenten die ouderen ondersteunen. Door bijvoorbeeld de huidige staat en kwaliteit van de woning te achterhalen. Of door te helpen bij het nemen van bepaalde beslissingen. De tools leggen ook de effecten van bepaalde renovaties op lange termijn uit. Je vindt de tools hier.   

Er bestaan ook premies om ouderen te stimuleren hun woning aan te passen. Je kan de premies hier opzoeken.  

Meer weten over dit onderwerp? De Vlaamse Ouderenraad verzamelde al tal van informatie over dit thema. Je vindt alles via deze link.