“Mocht ik geen kritiek van bewoners kunnen aanvaarden, zou er ook geen ruimte zijn voor verbetering”

Wonen
WZC Heiveld

Mensen gaan ervan uit dat je in een woonzorgcentrum geen eigen beslissingen meer mag nemen. Dat je moet eten wat de pot schaft. En dat je niet meer mag kiezen wanneer je wilt opstaan. Die beeldvorming moet beter, vindt directeur Geert Roggeman van woonzorgcentrum Het Heiveld in Gent. “Hier mogen bewoners echt meedenken over zorg, wonen én leven.”

Roggeman zet zich al meer dan 20 jaar in voor het bijsturen van de beeldvorming over woonzorgcentra. Die positieve beeldvorming vindt hij belangrijk. “Verhuizen naar een woonzorgcentrum voelt voor velen aan als het laatste hoofdstuk in hun leven. Terwijl het eigenlijk gewoon een nieuw hoofdstuk is. Een hoofdstuk waar bewoners mogen blijven meebeslissen over hoe ze willen wonen en leven.” De missie van het woonzorgcentrum is dan ook niet voor niks ‘Heiveld rocks’. 

De missie staat geschreven op een klavertje vier. De ‘r’ staat voor respect. De ‘o’ voor open. De ‘c’ voor het centraal stellen van de bewoner. De ‘k’ voor kwaliteit van leven. En de ‘s’ voor sfeervol. “Het klavertje vier wijst op geluk. Maar het staat ook voor de groene zorg die we hier bieden, de dieren en onze moestuin”, vertelt Roggeman trots.

Inspraak over de hele werking van het woonzorgcentrum 

Om bewoners in woonzorgcentra inspraak te geven, werden er bewonersraden in het leven geroepen. Tijdens zo’n raad kunnen bewoners mee beslissen over de zorg, wonen én leven. “Het Woonzorgdecreet heeft bewonersraden in woonzorgcentra verplicht. Ook Het Heiveld heeft vier keer per jaar een bewonersraad. En daar worden er nuttige zaken besproken. Maar niet iedereen durft in groep op de tafel te kloppen. Daarom organiseren we ook soms kleine gespreksgroepen, of één-op-één gesprekken. Mijn deur staat ook altijd open voor bewoners die vragen, klachten of suggesties hebben. En ik sta - als directeur - open voor kritiek. Mocht ik geen kritiek van bewoners kunnen aanvaarden, zou er ook geen ruimte zijn voor verbetering. Daarnaast heeft het woonzorgcentrum ook viermaal per jaar een familieraad, waarbij we inbreng vragen van de familieleden en naasten van de bewoners. Dankzij die familieraden verliezen we ook de noden van bewoners met zware zorgnoden en dementie niet uit het oog.” 

Maar participatie is veel meer dan enkel een bewoners- en familieraad, vindt Roggeman. “Zo hebben we ook een zelfhulpgroep op poten gezet voor nieuwe bewoners. Dankzij die groep leren bewoners elkaar niet alleen kennen, we polsen meteen ook naar hun noden en behoeften. Daarnaast is er ook een groep ‘De Lekkerbek’. Die groep beslist samen met het keukenpersoneel over de maaltijden die hier gegeten worden. En we organiseren regelmatig een jobdag. Bewoners zitten dan mee aan tafel om potentiële nieuwe medewerkers te leren kennen. De inspraak van bewoners is de rode draad in dit woonzorgcentrum.”

Verhuizen naar een woonzorgcentrum voelt voor velen aan als het laatste hoofdstuk in hun leven. Terwijl het eigenlijk gewoon een nieuw hoofdstuk is.

Individuele wensen 

In Het Heiveld worden er ook gespreksnamiddagen georganiseerd over diverse thema’s die bewoners aanbrengen, zoals euthanasie, medicatie en erfrecht. “En om de drie maanden houden we een mantelzorgnamiddag, zodat mantelzorgers ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen, en advies kunnen inwinnen over moeilijke situaties”, legt Roggeman uit. Maar er wordt niet alleen naar de groepsnoden van bewoners en hun naasten geluisterd. Ook individuele wensen worden aanhoord. “In Het Heiveld wonen er 180 mensen. Die mensen hebben allemaal een verschillende achtergrond, en dus verschillende noden en behoeften. Daar proberen we echt op in te zetten”, knikt Roggeman.

We zien onszelf als een klein dorp waar iedereen thuiszorg krijgt.

Talenten van bewoners in de kijker 

Ook over de cafetaria van het woonzorgcentrum, beslissen bewoners mee. De cafetaria is ingericht als café, met een Wurlitzer jukebox, een tap-biljart en een authentieke toog. Allemaal in de stijl van de jaren 50. Er wordt zelfs een eigen bier gebrouwen. De tuin van het woonzorgcentrum is ingericht als een belevingstuin, vol planten, kruiden en kippen. En er is ook een zorgvarken, Gust. “Gust heeft bovendien een eigen Instagrampagina”, lacht Roggeman. “We zijn actief op sociale media. Via onze Facebookpagina tonen we hoe het leven in een woonzorgcentrum eraan toegaat. Zo kunnen ook familieleden van bewoners volgen wat we hier doen. Al die elementen zijn er gekomen op verzoek van de bewoners en hun naasten.” 

Het Heiveld zet ook in op de talenten van bewoners. “Zo is er een bewoner die jarenlang actief was als kunstschilder. Zijn schilderijen hangen we op in de gangen van het woonzorgcentrum”, legt Roggeman uit. “En de bewoners met groene vingers onderhouden de tuin. Diegene die graag koken, ondersteunen kookactiviteiten. Bewoners die met plezier fotograferen, verzorgen onze sociale mediakanalen. Elke maand zetten we ook een bewoner in the picture. In de cafetaria staat er dan een foto van die bewoner, samen met enkele troeven van die persoon. Bijvoorbeeld gedichten die die persoon heeft geschreven. Of foto’s die de bewoner heeft gemaakt. Dat project heet ‘in the spotlight’.”

Ook de seniorenraad, lokale dienstencentra en assistentiewoningen worden betrokken bij de werking van Het Heiveld. “En we hebben meer dan 75 vrijwilligers die hier volgens hun tijdsbesteding, mogelijkheden en interesses meehelpen. Die vrijwilligers houden de cafetaria open, of ze gaan mee op uitstap. Wanneer we naar zee gaan of de stad intrekken, duwen zij rolstoelen voort, bijvoorbeeld. Dankzij die ondersteuning kan élke bewoner mee op uitstap.”

Door de variatie aan zorgverleners, krijgen we erg veel inzichten. Iedereen leert bij van elkaar.

Recent werd bovendien een podcastproject in het leven geroepen. Het project kreeg de naam 'de Potkast', en is letterlijk een kast op wielen die het woonzorgcentrum doorkruist.. “In de podcast interviewt een medewerker van het woonzorgcentrum elke twee weken een bewoner, collega, vrijwilliger of mantelzorger. De gespreksonderwerpen worden getrokken uit een pot die op de kast staat. Bijvoorbeeld liefde, zorg, seksualiteit of eenzaamheid. Ook via die weg geven we bewoners een stem. Er zit meer in hen dan we denken! Luisteraars krijgen dan weer een blik achter de schermen van leven in een woonzorgcentrum. En wie weet motiveren we jonge mensen via de podcast wel om te kiezen voor een job in het woonzorgcentrum?” 

Huiselijke en warme sfeer 

Het Heiveld ziet zichzelf niet als een woonzorgcentrum. “We zijn een klein dorp waar iedereen thuiszorg krijgt”, knikt Roggeman. “Elke gang hier heeft een straatnaam. De deuren van de bewoners van de beschermde afdeling zien eruit als een echte voordeur. Ook die kleine zaken maken voor de bewoners een wereld van verschil. Ze worden niet bekeken als een nummer, en ze wonen niet op een afdeling. Ze hebben hier een eigen woning, die ze mogen inkleden zoals ze zelf willen.” 

De huiselijke en warme sfeer die hier heerst, is niet enkel aangenaam voor de bewoners. Ook het zorgpersoneel geniet daarvan. “Bewoners en het personeel staan hier op hetzelfde niveau. Iedereen die hier woont en werkt, deelt die mindset.” 

Een hogere personeelsinzet 

Het Heiveld heeft het geluk een zorgvoorziening te zijn die onder stad Gent valt. “Dat zorgt er inderdaad voor dat we alles zo huiselijk en participatief kunnen organiseren”, knikt Roggeman. “De personeelsnormen van de overheid liggen zeer laag. Wij zetten meer personeel boven de norm in. Daardoor hebben we bijvoorbeeld al erg lange tijd een psycholoog in dienst. Die voert zowel groeps- als individuele gesprekken met bewoners. De psychologen adviseren ook huisartsen om minder psychofarmaca voor te schrijven. Ons team bestaat niet enkel uit ergotherapeuten en kinesisten, maar ook orthopedagogen. Door die variatie aan zorgverleners, krijgen we ook erg veel inzichten. Iedereen leert bij van elkaar.” 

Eventuele prijsstijgingen, indexeringen of aanpassingen aan de werking. Het Heiveld heeft niet alles in de hand. “Maar we doen wel ons best om de bewoners en hun familie zo goed mogelijk te informeren. Door daar transparant over te communiceren, kunnen de bewoners dat beter plaatsen”, besluit Roggeman.