Met het decreet Basisbereikbaarheid wordt het vervoersaanbod grondig hervormd. Vanaf 2020 zal het openbaar vervoer ingedeeld zijn in verschillende lagen en zal je aangespoord worden om te kiezen voor een combinatie van verschillende vervoersmiddelen. Klink ingewikkeld? We wijzen je de weg!
Een vervoersaanbod met verschillende lagen
In het algemeen wordt er met basisbereikbaarheid gekozen voor openbaar vervoer dat bestaat uit 4 lagen. Elke laag heeft een specifieke rol en het is de bedoeling dat de verschillende lagen optimaal op elkaar afgestemd worden.
- Het treinnet wordt de ruggengraat van het openbaar vervoer.
- Het kernnet wordt afgestemd op het treinnet. Het bestaat uit de busverbindingen tussen steden, grote woonkernen en belangrijke plekken als scholen, ziekenhuizen, sport- en recreatiecentra, …
- Het aanvullend net zorgt voor de aanvoer naar het kernnet en het treinnet. Het bestaat uit de busverbindingen tussen kleinere steden en gemeenten.
- Het vervoer op maat speelt in op de specifieke individuele mobiliteitsvragen van personen die geen toegang hebben tot de andere vervoerslagen omdat ze bijvoorbeeld niet mobiel zijn, afgelegen wonen of op onpopulaire tijdstippen wensen te reizen. Het bestaat uit verschillende systemen als de buurtbus, collectieve taxi’s of deelfietsen en -auto’s.
De verschillende netwerken zullen met elkaar verknoopt worden in Mobipunten. Dit zijn plekken waar verschillende soorten van openbaar vervoer samenkomen zodat je vlot kan overstappen van het ene net naar het andere. Naast mobiliteitsdiensten kunnen er ook andere zaken voorzien worden, denk maar aan een pakjesautomaat of een gratis wifi-zone.
(lees verder onder de afbeelding)
Combineren als sleutelwoord
Via een combinatie van deze verschillende vervoerslagen zou je als reiziger vlot op je bestemming moeten raken. Wanneer je van een klein gehucht naar een grote stad wil reizen, zal je vervoer uit verschillende lagen moeten combineren. Eerst kun je gebruikmaken van een busverbinding uit het aanvullend net, die je afzet op een plek waar je kan overstappen op het kernnet of het treinnet. Dit traject zal eventueel nog aangevuld moeten worden met vervoer op maat (bijvoorbeeld een belbus of een deelfiets). Vlot overstappen kan in een Mobipunt, waar verschillende vervoersmogelijkheden elkaar ontmoeten.
Om die noodzakelijke combinatie van vervoersmiddelen aan te duiden wordt in het decreet de term combimobiliteit gebruikt. Door hier voluit voor te kiezen wil het decreet een globaal mobiliteitsbeleid installeren, wat betekent dat alle mogelijke vervoersmiddelen op elkaar afgestemd zijn. Het achterliggend idee is dat onze mobiliteit veel gebruiksvriendelijker en milieubewuster zal zijn, wanneer verschillende vervoersmiddelen elkaar zouden aanvullen.
Noodzakelijke randvoorwaarden
Om dit te realiseren is er in de eerste plaats nood aan vervoersaanbod dat naar behoren presteert. Bovendien moeten de verschillende lagen van het vervoernetwerk op elkaar afgestemd worden en zouden ze perfect op elkaar moeten inspelen. Voor een vlotte reis moet je er immers op kunnen vertrouwen dat de busverbinding uit het aanvullend net je zonder vertraging afzet aan het knooppunt met het treinnet.
Hierbij aansluitend is het ook noodzakelijk om over correcte informatie te beschikken, in de eerste plaats wat betreft de dienstregeling, maar zeker ook wat betreft de tarieven en tickets. Zowel informatie als tickets zouden zo veel mogelijk op één plek verzameld moeten worden om je verplaatsing te vereenvoudigen. Hiervoor voorziet het decreet de oprichting van de mobiliteitscentrale.
De mobiliteitscentrale
De mobiliteitscentrale wordt opgericht door de Vlaamse regering en vervult een belangrijke rol binnen het nieuwe mobiliteitsbeleid. Deze centrale zal in de eerste plaats alle informatie verzamelen over alle vervoerdiensten. Dat betekent dat de mobiliteitscentrale bekend zal zijn met zowel de dienstregeling van het treinnet als met kleinschalige systemen van het vervoer op maat zoals de belbus en de buurtbus. Je zal er dan ook terecht kunnen met al je (individuele) vervoervragen. Daarnaast heeft de centrale ook een regierol: ze zullen vervoeraanvragen verzamelen en instaan voor het plannen, boeken en factureren van de verplaatsing. Dit is vergelijkbaar met wat de mobiliteitscentrales aangepast vervoer (MAV’s) vandaag al doen. Ten slotte zullen ze ook klachten van gebruikers behandelen. Kortom, de mobiliteitscentrale zal een sleutelrol vervullen.
Hoewel basisbereikbaarheid in 2020 uitgerold wordt in Vlaanderen, is er voor de mobiliteitscentrale een groeitermijn voorzien. In een eerste fase worden doelgroepgerichte vervoersoplossingen die nu al gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid gebundeld (zoals de Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer (MAV’s) en de belbuscentrales). Pas in latere fases worden aan het aanbod ook lokale en private initiatieven toegevoegd.