Abbeyfield start cohousing in Vlaanderen: "Deze woonvorm komt tegemoet aan de manier waarop ik ouder wil worden"

Wonen
Abbeyfield
© Danny Brison

Het groepswonen is voor de bewoners van De Notenkraker, een van de eerste Abbeyfield-huizen in Vlaanderen, een bewuste keuze. Toen het huis nog in volle opbouw was in 2019, sprak de Vlaamse Ouderenraad met toekomstige bewoonsters Maria en Marleen en met Abbeyfield-vrijwilligster Charlotte Hanssens. Ze vertellen ons wat Abbeyfield-wonen is, welke troeven het biedt voor ouderen, waarom ze hiervoor kiezen en hoe hun huis in Leuven tot stand kwam.

Wat mogen we ons voorstellen bij het Abbeyfield-wonen als vorm van groepswonen? 

Charlotte: "Abbeyfield wil zelfstandig leven in combinatie met samenwonen mogelijk maken. De bewoners behouden een privéleven, eigen activiteiten en interesses, maar wonen in een omgeving waar ze hun buren goed kennen, waar ze op elkaar kunnen rekenen en samen dingen kunnen doen. ‘Kunnen’ is daarin belangrijk, want het is niet verplicht."

"Samenwonen betekent dat je niet alleen bent en je dus een aantal dingen kan delen. Als je alleen woont, sta je zelf in voor het beheer, de kosten of de herstellingen van je huis. Dat weegt zwaar door op een bepaald moment. Door het zelfstandig samenwonen, kan je dat een stukje delen. Iedereen heeft zijn eigen talenten: de ene is technisch onderlegd, de andere is socialer of creatiever. Door talenten samen te brengen, wordt het wonen meer draagbaar en verrijkend."

Marleen: "Er zijn bijvoorbeeld geen opgelegde uren om te eten. Wil ik op de gekste uren van de dag eten, dan doe ik dat. Wij blijven ons leven autonoom leiden, en kunnen ons terugtrekken in ons appartement als we nood hebben aan rust."

Maria: "Maar wanneer je alleen bent en zin hebt om te gaan wandelen, kan je bij de buren aankloppen om hen uit te nodigen mee te gaan. De drempel om contact te hebben met elkaar is veel lager omdat je iedereen goed kent."

Charlotte: "Ook het financiële plaatje is interessant. De prijs van de stenen blijft dan wel identiek, je kan een aantal dingen gemeenschappelijk opvangen en dat maakt het totaalplaatje minder duur."

Van waaruit is het initiatief in Leuven ontstaan? 

Charlotte: "Vijf jaar geleden zijn een aantal vrouwen naar ons gekomen met de vraag om een cohousingproject in Leuven op te starten. We zijn met het stadsbestuur gaan praten om te kijken wat onze opties waren. Stad Leuven heeft daar heel positief op gereageerd en hielp ons om een locatie te vinden. Wij moesten wel zelf zorgen voor de financiering. Dat was een hele lijdensweg, maar ondertussen zijn we daar uit geraakt."

"Iedereen kan deelnemen, maar niemand moét deelnemen. Elkaar helpen moet spontaan groeien, het mag niet opgelegd worden."

Charlotte Hanssens, Abbefield-vrijwilliger

Maria: "Stad Leuven eist van de projectontwikkelaar dat er een bepaald percentage naar sociale huisvesting gaat, ook daardoor kunnen we goedkoper wonen. De projectontwikkelaar Ressitera heeft op zijn beurt de appartementen verkocht aan particulieren die het zien als een investering met het engagement dat ze er nooit zelf in zullen wonen. Zij verhuren hun appartement aan de vzw, opgericht door de woongroep. De bewoners zijn lid van de vzw en de vzw verhuurt vervolgens aan de bewoners."

Zijn er voorwaarden om in een Abbeyfield-huis te mogen wonen? 

Charlotte: "Ja, iedereen moet autonoom zijn. Iedereen heeft zijn eigen beperkingen, maar moet wel zelfstandig kunnen wonen. Bovendien richten we ons ook op 55-plussers. Dat is geen strikte grens, maar het geeft aan dat we ons richten op mensen die mogelijk nog werken, geen kinderen meer ten laste hebben en beginnen na te denken over de vraag hoe ze in de toekomst willen wonen. Een koppel waarvan een van beide mantelzorg opneemt voor de andere kan hier wonen, op voorwaarde dat dat zelfstandig kan. Naar een Abbeyfield-huis verhuizen met de idee dat de andere bewoners mee de zorg zullen opnemen, is niet de bedoeling. Externe hulp zoals thuishulp en -verpleging kan natuurlijk wel."

"Het gaat om participatief samenwonen. Iedereen kan deelnemen, maar niemand moét deelnemen. Elkaar helpen moet spontaan groeien, het mag niet opgelegd worden. Bovendien is een goede mix van leeftijden belangrijk."

Maria: "Zo ken ik een vrouw die weduwe is en nog werkt, maar het niet zag zitten om alleen te wonen of een nieuwe partner te zoeken. Abbeyfield-wonen was voor haar een vorm om zelfstandig te wonen en toch niet alleen te zijn."

Marleen: "We vertrekken vanuit de idee dat we samen ons leven comfortabeler kunnen maken. Iemand met een auto kan bijvoorbeeld boodschappen meebrengen. Ik kan mij ook voorstellen dat iemand die nog werkt een potje met eten voor de deur kan vinden als de medebewoners weten dat hij of zij later thuiskomt. Zoals dat spontaan gaat bij goede buren."

Bij andere vormen van cohousing heb je ook de mogelijkheid om te kopen. Bij Abbeyfield kan je enkel huren. Is dat een bewuste keuze?

Charlotte: "Ja, omdat het de meeste vrijheid geeft om in of uit te stappen en het veel eenvoudiger is naar beheer toe, bijvoorbeeld wanneer iemand overlijdt. Abbeyfield zet ook volop in op betaalbaar wonen. Klassieke cohousingprojecten zijn vaak koopprojecten die bijgevolg vrij duur zijn. Abbeyfield is een van de eerste cohousingmodellen waarbij huren mogelijk is. Het model is dus ook toegankelijker voor ouderen. Ik ken wel ouderen die zouden willen kopen, maar geen lening meer kunnen aangaan of geen eigendom hebben. Daardoor kunnen zij niet instappen in een cohousingproject en dat kan wel bij de huurformule van Abbeyfield."

We hebben nu een beeld van wat Abbeyfield-wonen is, maar waarom kozen jullie hiervoor? 

Marleen: "Ik probeerde vroeger al eens om met verschillende gezinnen samen te wonen in Leuven, maar dat was moeilijk. Alleen wie genoeg geld had kon dat, en dat had ik niet. Bovendien was het verre van eenvoudig om een plek te vinden waar je samen met andere gezinnen iets kon bouwen. Door de huurformule bij Abbeyfield is het nu wel mogelijk."

"Het is voor mij een keuze om niet stilaan uit te doven, maar nog een vuurwerkje te ontwikkelen."

Maria, bewoonster

Maria: "Ik ben alleen en heb een eigen huisje, maar dat is op langere termijn voor mij niet meer ideaal. Zeker niet als ik nadenk over de vraag hoe ik wil leven. Ik rijd nog elke dag met de fiets naar Leuven, maar op een bepaald moment zal dat niet meer lukken en weet ik dat er een stukje vereenzaming zal komen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een oplossing."

"Voor mij is het sociale aspect van cohousing echt belangrijk. Ik wil graag wonen in een stad die leeft en waar er veel mogelijkheden zijn om me sociaal te engageren, dus in dat opzicht vind ik de centrale ligging belangrijk. Tegelijk is dit voor mij ook wel uitdagend omdat ik zoiets nog nooit gedaan heb. Ik zie het als mijn laatste stevige levensproject om ook hierin nog wat ervaring op te doen. Het is voor mij een keuze om niet stilaan uit te doven, maar nog een vuurwerkje te ontwikkelen."

Er bestaan al verschillende huizen in Brussel en Wallonië, maar dit is - naast het project in Gent - een van de eerste huizen in Vlaanderen. Hoe komt dat? 

Charlotte: "Een Abbeyfield-huis heeft in Vlaanderen geen erkend statuut. In Brussel is dat wel zo. Zo’n statuut zorgt ervoor dat het nadien niet geklasseerd wordt als woonzorgcentrum of assistentiewoning, waarbij je aan allerhande regelgeving moet voldoen die niet relevant is voor een groepswoning."

"Gezien de manier waarop we bouwen en de visie van het levenslang wonen in het achterhoofd houdend, sluiten wij heel dicht aan bij een assistentiewoning. Daarvoor bestaat er vandaag wel een regelgevend kader. Daarom zijn we gaan praten met het kabinet van minister Vandeurzen en hebben we een aantal uitzonderingen gekregen op die bestaande regelgeving. Zo is de rol van de woonassistent een rol die opgenomen wordt door de bewoners zelf. Dat hoeft dus geen betalende kracht te zijn, waardoor we de kosten onder controle kunnen houden. Zij worden daarin bijgestaan door Abbeyfield. Wel moeten we een officiële open oproep doen naar bewoners en moeten we een zorgpartner voorzien, net zoals bij een assistentiewoning."

Maria: "We zouden het liefst een apart statuut hebben zoals in Brussel, dan valt er een hoop administratieve last weg."

Charlotte: "Daarvoor zijn we aan het ijveren, maar dat zou ervoor zorgen dat we bij het beleidsdomein ‘wonen’ behoren, en niet langer bij ‘zorg’. In de hoop dat de regelgeving wordt aangepast, zeker voor de toegang tot de huurpremie of huursubsidie, hebben we deelgenomen aan de oproep in het kader van de ‘proefomgeving experimentele woonvormen’ van minister Homans. Hierdoor hebben we een aantal mensen mee in de woongroep kunnen opnemen die het anders niet zouden kunnen betalen. Abbeyfield is nochtans geen winstzoekende organisatie. We zijn een vzw, maar nog blijft het voor een aantal mensen te duur. We merken dat we echt een tussenkomst nodig hebben om het betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk te maken."

Een huzarenstukje dus om betaalbaar wonen op een goede locatie mogelijk te maken. Hoe groot is het project in Leuven en zijn er nog appartementen beschikbaar? 

Marleen: "Het project is een groot succes, de 13 appartementen zijn verhuurd. In het najaar kunnen we eindelijk verhuizen. Maar wij zien het project ruimer dan enkel het zoeken van bewoners. Elk Abbeyfield-huis in Vlaanderen zal ook een groep mensen bijeenbrengen die ‘Vrienden van het huis’ zijn. Deze mensen zijn geïnteresseerd in het concept, maar treden voorlopig niet toe of staan op een wachtlijst. Geïnteresseerden mogen dus zeker nog contact opnemen."


Interesse om te wonen in een Abbeyfield-huis? 

Contacteer Abbeyfield via info@abbeyfieldvlaanderen.be of op het nummer 0479 78 72 96.  

Meer informatie ontdek je op www.abbeyfieldvlaanderen.be of www.facebook.com/abbeyfieldVlaanderenvzw