Terugblik: ons eerste Labo Ouderenbeleid

Welzijn & Sociaal contact
Labo Ouderenbeleid

De Vlaamse Ouderenraad, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Vrije Universiteit Brussel (VUB) sloegen de handen in elkaar en lanceerden een gloednieuw, interactief concept: ‘Labo Ouderenbeleid: samen bouwen aan een zorgzame buurt’. Op het labo brainstomden zowel leden van ouderenraden als ambtenaren en schepenen ouderenbeleid over hoe je een sterk, lokaal ouderenbeleid creëert. In de eerste sessie, die doorging in november, stonden zorgzame buurten centraal.

Diverse groep aanwezigen

Het is dinsdag 16 november, half tien ‘s morgens. In het Monasterium in Gent komen de eerste gasten toe. Aangezien de coronapandemie nog volop aan de gang is, scant elke aanwezige zijn Covid Safe Ticket (CST) en neemt plaats aan een tafel. De groep is divers: van voorzitters van lokale ouderenraden tot medewerkers van sociale huizen en lokale dienstencentra en mensen die actief zijn in de zorgsector. Allemaal zijn ze gemotiveerd om bij te leren over het creëren van een zorgzame buurt.

Het gebrek aan babbels

De eerste brainstormsessie gaat van start. Sam Vanhuynegem, stafmedewerker ouderenbeleid bij VVSG, vraagt de aanwezigen wat een zorgzame buurt voor hen is. In kleine, coronaveilige groepjes zoeken ze samen naar antwoorden. “Ik vind dat iedereen vandaag erg gereserveerd leeft”, vertelt Raymonde (74), lid van de ouderenraad in Gentbrugge. “Mensen die elkaar tegenkomen op straat, zeggen zelden nog goedendag tegen elkaar. Er gebeurt zoveel digitaal, dat ik de echte babbels mis. Zelfs mijn buren hoor ik meer via de telefoon dan in het echt. Voor mij is een zorgzame buurt een buurt waar mensen wél eens in gesprek gaan met elkaar. Een kleine verandering, maar voor mij zou die al veel doen.”

Na de brainstormsessie vertelt An-Sofie Smetcoren, onderzoeker aan de VUB, ons hoe ze binnen het VUB onderzoeksteam naar zorgzame buurten kijken:

In een zorgzame buurt zijn de voorwaarden vervuld opdat mensen, ongeacht leeftijd en grote of kleine ondersteuningsbehoeften op meerdere levensdomeinen, comfortabel in hun woning of vertrouwde buurt kunnen (blijven) wonen. Het is een buurt waar jong en oud samenleven, waar mensen zich goed en geborgen voelen, waar levenskwaliteit centraal staat, waar bewoners elkaar kennen en helpen, waar personen en gezinnen met grote en kleine ondersteuningsnoden ondersteuning krijgen en waar diensten en voorzieningen toegankelijk en beschikbaar zijn.

Tal van inspiratiebronnen

Tijd voor de tweede brainstormsessie. “Wat gebeurt er bij jullie al rond zorgzame buurten?” vraagt Nadia Denayer, medewerker Vlaamse Ouderenraad · Lokaal, aan de groep. Verschillende voorbeelden komen naar boven. Terwijl sommige steden en gemeenten sterk inzetten op (verjaardags) bezoeken bij ouderen, maken anderen gebruik van taxi- en duofietsen om ouderen naar afspraken te voeren. Nog anderen zetten dan weer sleutelfiguren in. Zij hebben toegang tot brede en verschillende informele en formele netwerken en staan zo in voor mensen met een hulpvraag.

Al die voorbeelden zijn een bron van inspiratie voor de andere aanwezigen. “In onze gemeente bereiken we makkelijk de actieve ouderen, maar de mensen die meer geïsoleerd wonen, vereenzaamd zijn of een minder groot netwerk hebben, bereiken we amper”, vertelt Véronique Herremans, medewerker van de gemeente Beveren. “Ik merk dat andere steden en gemeenten die moeilijk te bereiken groepen actiever gaan opzoeken. Via ‘soep op de stoep’ bijvoorbeeld. Een concept waarbij de stad of gemeente rondrijdt om buurtbewoners soep te schenken aan de deur. Of het actief bezoeken van de 80-plussers. Ik neem die ideeën zeker mee.”

Ook Philippe De Ridder, centrumleider in het lokaal dienstencentrum in Zottegem, doet veel ideeën op. “Ik leer meer en meer dat een zorgzame buurt niet enkel op ouderen moet inzetten. Het is belangrijk dat er over doelgroepen heen gewerkt wordt. Mijn job is dus om op zoek te gaan naar collega’s die ook buurtgericht werken, maar met een andere doelgroep. Buurtgerichte zorg is tenslotte belangrijk voor iedereen. Ik wil die doelgroepen bij elkaar krijgen en zo iets concreet realiseren. Ik heb al een idee, trouwens. Een rommelmarkt is toch de ideale plaats om doelgroepen met elkaar in contact te brengen? Daar vind je bijvoorbeeld mensen die speelgoed van hun groot geworden kinderen verkopen, en ouderen die op zoek zijn naar speelgoed voor hun kleinkinderen. Of tieners die hun kot inrichten en zaken kopen bij ouderen die te veel spullen hebben.”

Inzetten op verbinding

Het Fonds Dr. Daniël De Coninck ondersteunde de afgelopen twee jaar 35 projecten rond zorgzame buurten. Het onderzoeksteam Agogische Wetenschappen van de VUB nam die projecten onder de loep en ging na wat de ervaren meerwaarden en succesfactoren waren. Twee onderzoekers reflecteren tijdens het Labo over de resultaten. “Uit onze analyse blijkt dat het belangrijk is dat steden en gemeenten inzetten op verbinding”, licht Sylvia Hoens toe. “Burgers moeten met elkaar verbonden worden, maar ook organisaties met diensten en burgers aan de zorg.”

Zo verlagen we barrières

Na een korte pauze, volgt een derde brainstormsessie. Tegen welke barrières loop je aan als je een zorgzame buurt wil creëren? Naast financiën en tijd, komt ook de rol van de schepen vaak aan bod. “Ook de bevoegde schepen moet willen inzetten op een zorgzame buurt. Het is uiteindelijk hij die doorslaggevende keuzes mag en kan maken”, klinkt het. Er wordt ook te veel naast elkaar gewerkt, vinden de aanwezigen. “Departementen moeten vaker bij elkaar aftoetsen waar iedereen mee bezig is. Dan wordt er geen dubbel werk gedaan, en kunnen de departementen op elkaar inspelen en gaan samenwerken.”

"Iemand met een trekkersrol op het terrein is een echte meerwaarde. Iemand die in contact staat met mensen én praktijken. Zo’n functie is cruciaal."

An-Sofie Smetcoren

Gelukkig kent onderzoeker An-Sofie Smetcoren enkele manieren om die barrières te verlagen. “Uit de 35 projecten die we hebben onderzocht, bleek dat iemand met een trekkersrol op het terrein een echte meerwaarde is. Iemand die in contact staat met mensen én praktijken. Zo’n functie is cruciaal. Ook het inschakelen van vrijwilligers is een meerwaarde. Op voorwaarde dat de vrijwilligers door een professional gecoacht worden.”

Tot het volgende labo?

Het labo zit er bijna op. Maar voor de aanwezigen weer huiswaarts keren, heeft stafmedewerker ouderenbeleid bij de VVSG Sam Vanhuynegem nog een belangrijke vraag. “Waar willen jullie in de volgende uitwisselingssessies verder op ingaan?” Het labo-concept wordt tenslotte verdergezet in de toekomst.

Seppe Declercq, medewerker bij het departement gezondheid en zorg in Gent: “Wij werken al lang aan zorgzame buurten. Maar we merken dat burenhulp niet in elke buurt even vlot geïntroduceerd raakt. Vaak stellen mensen een hulpvraag, maar vinden we niemand die het antwoord heeft. Maar ook het omgekeerde gebeurt: dan is er een aanbod van iets, maar vinden we niemand met een vraag. Hoe kunnen we dat beter stimuleren? Het koppelen van de juiste mensen in een bepaalde buurt is een echt hekelpunt. In een volgende sessie leer ik graag hoe we dat beter kunnen doen.”

Een tweede punt waar hij mee worstelt, is de vraagverlegenheid. “Een hulpvraag stellen, is voor veel mensen moeilijk”, knikt Declercq. “Zijn er manieren om dat te overwinnen?”

Ook Frank De Groote, expert buurtzorg bij iMens, zal bij de volgende sessie weer van de partij zijn. Hij hoopt daar tools te leren kennen om mensen met elkaar te laten verbinden. “Voor mijn buurtzorgverhaal is de verbinding tussen lokale netwerken erg belangrijk. En ik zou het interessant vinden om tools te ontdekken die daarbij kunnen helpen. Ik hoop dat ik op de volgende sessie een antwoord krijg op mijn vraag. Jullie nodigen me toch weer uit, hé?”

Benieuwd naar de volgende sessies? Klik dan door. 

Interesse in de 35 projecten die de VUB onder de loep nam? Je vindt het rapport ‘Samenwerken in Zorgzame Buurten’ terug op www.kbs-frb.be