In Lier worden mensen toegeleid naar het dienstencentrum

Welzijn & Sociaal contact
Lier

Sinds maart zijn er 133 projecten aan de slag gegaan in Vlaanderen en Brussel om van hun buurt een zorgzame buurt te maken. Thuis in de wijk, het Zorgzame Buurtenproject in Lier, is er daar eentje van. “Eén van de doelen van ons project? Mensen uit hun isolement halen”, klinkt het bij Els Verheyen, seniorenconsulent.

Wat hopen jullie met het project ‘Thuis in de wijk’ te bereiken?

Verheyen: “De stad Lier heeft twee Lokale Dienstencentra (LDC) en drie antennepunten die mensen met elkaar wil verbinden. Mensen kunnen er samen eten bijvoorbeeld, of deelnemen aan activiteiten. Het probleem is alleen dat veel mensen de weg naar onze diensten niet vinden. Via Thuis in de wijk willen we mensen in kwetsbare situaties – met extra aandacht voor ouderen en mensen met eenzaamheidsgevoelens – toeleiden naar verschillende diensten. Bijvoorbeeld activiteiten die in het LDC doorgaan.”

Hebben jullie al initiatieven georganiseerd om dat doel te bereiken?

Verheyen: “Tijdens de zomermaanden hebben we een zomertour georganiseerd. Onze buurtmedewerker ging elke woensdag naar een ander plein in Lier. Ze installeerde zich daar met enkele stoelen, een herkenbare vlag, gezelschapsspelletjes en een koffiekan en nodigde mensen uit om bij haar te komen zitten. Elke week kwamen er mensen bij haar langs. De zomertour was een succes, dat informele contact op straat werkte echt laagdrempelig.”

“De zomertour is ondertussen afgelopen, maar in het LDC organiseren we sinds kort het ‘kom’makafé’. ‘Kom’ma’ is een woordspeling voor ‘kom maar af’. Het Kafé nodigt mensen uit om een praatje te komen maken. Niet alleen oppervlakkige babbels, mensen kunnen er ook vertellen wat hen écht bezighoudt. Wat er op hun lever ligt.”

“Daarnaast hebben we ook contact opgenomen met alle thuiszorgdiensten uit Lier. Als zij in aanraking komen met mensen die eenzaamheidsgevoelens hebben, kunnen ze hen naar ons toeleiden. Verder kregen alle oudere inwoners ook een handgeschreven brief in de bus. In die brief stelde de buurtmedewerker zichzelf en de werking van het dienstencentrum voor. Ook het programma van de LDC’s werd bij de inwoners in de bus gestoken.”

De zomertour was een succes, dat informele contact op straat werkte echt laagdrempelig.

Botsen jullie op drempels tijdens het opzetten van jullie initiatieven?

Verheyen: “Het is zoeken naar een persoon die geschikt is om de functie van buurtmedewerker op zich te nemen. Onze buurtmedewerker is recent gestopt, maar binnenkort start er iemand nieuw. Daarnaast hebben we al gemerkt dat, wanneer je iets wilt doen rond eenzaamheid, je je niet op dat woordje ‘eenzaamheid’ mag focussen. Zo had Lier bijvoorbeeld een meldpunt eenzaamheid. Maar (bijna) niemand vindt dat hij of zij eenzaam is. Of iemand die zich eenzaam voelt, wilt dat misschien niet toegeven. En anderen beseffen soms niet dat ze eenzaam zijn. Het meldpunt was met andere woorden dus geen succes.”

Wanneer het over eenzaamheid gaat, mag je je ook niet enkel focussen op de sociale contacten van iemand.

“Wanneer het over eenzaamheid gaat, mag je je ook niet enkel focussen op de sociale contacten van iemand. Iemand die elke dag naar het LDC gaat, kan zich bijvoorbeeld eenzaam voelen wanneer hij of zij ’s avonds alleen thuiskomt. Dat maakt ook dat eenzaamheid zo moeilijk op te sporen is. Niet iedereen voelt zich altijd eenzaam. En eenzaamheid is niet altijd gelinkt aan het aantal contacten dat iemand heeft.”

“Maar laagdrempelige activiteiten die de nadruk niet leggen op eenzaamheid, maar wel op verbinding, hebben het meest kans op succes. Dat hebben we in Lier ondertussen al ondervonden.”